Neil Sedaka Biografie

 

DE '50s en de '60s

Degenen die de carrière van Neil Sedaka gevolgd hebben zullen al overrompeld zijn door een ruime dosis ontzag.   
Deze 65-jarige internationale superster is een complete muzikant: enerzijds heb je de klassiek getrainde pianist, anderzijds de rock 'n roll songschrijver. 

Neil Sedaka werd geboren in Brooklyn, New York, op 13 maart 1939. Op 8-jarige leeftijd speelde hij al piano, ongeveer vijf uur per dag. Aangemoedigd door Neil's leraar op de Julliard Prep' School, kochten zijn ouders Mac en Eleanor Sedaka een piano voor zoonlief.  Toen hij op 13-jarige leeftijd piano aan het spelen was in een hotel in de Catskill Mountains,  werd Neil benaderd door Ella Greenfield die hem voorstelde songs te schrijven met haar 16-jarige zoon Howard, die poëzie schreef.  

Op 11 oktober 1952 schreven Neil en Howard hun eerste song, My Life’s Devotion.  Samen met Howard Greenfield schreef Sedaka ongeveer 1000 songs, waarvan er later vele grote hits werden…   

 

 

 

 

 

 

Neil Sedaka, 1959

In 1956 studeerde Sedaka op de Abraham Lincoln High School, en werd hij door de legendarische Arthur Rubinstein geselecteerd als één van de beste klassiek-geschoolde pianisten.  Hierdoor kreeg hij een studiebeurs voor de prestigieuze Julliard School of Music.  Neil werd zelfs uitgenodigd om in Rusland te gaan optreden, maar zodra men in het gastland zijn verwantheid met Rock 'n Roll ontdekte, kreeg hij een telegram in het Russisch dat de uitstap niet doorging...  Tot ongerustheid van zijn moeder, verdeelde Neil zijn tijd tussen popmuziek en zijn klassieke studies, en al vlug werd Sedaka een intellectuele toonsmid die gesofistikeerde popliedjes kon schrijven.  In 1955 vormde Sedaka een groep die zich The Tokens noemden.  Ze werden ontdekt door record-producer Morty Craft, die toen de doo-wop group The Willows produceerde en Neil inviteerde om het klokkenspel te spelen op hun meest gekende hit Church Bells May Ring.  Uit het eerste album van The Tokens werden een tweetal singels geplukt, die enkel regionale hits werden. Kort daarna verliet Sedaka de groep om het als soloartiest te wagen.  The Tokens werd enkele jaren later wereldberoemd met hun hit The Lion Sleeps Tonight

Howard Greenfield

Sedaka’s eerste singel Snowtime met op de B-kant Laura Lee uitgebracht door Decca Records, bevatte al de meervoudige stemmen die later zo kenmerkend werden in zijn liedjes.  Sedaka was een van de éérste artiesten die deze vaardigheid toepaste en welke hij, naar hij zegt, later verfijnde door een meer nauwkeurige timing.  Zijn volgende singel Ring-A-Rockin' was geen succes in de nationale hitlijsten.  In 1958 schreven Sedaka & Greenfield Stupid Cupid, en dit nummer werd opgenomen door Connie Francis, de first lady of Rock 'n Roll.   Zoals Sedaka later vertelde was Francis in het begin niet zo gek van de song, maar het werd een gigantische hit.  Het was Sedaka’s eerste internationale hit als songschrijver.  Neil had zijn eerste cheque op zak, goed voor zo'n $ 34.000, meer dan zijn vader als taxichauffeur ooit gezien had in zijn leven...

Connie Francis nam verschillende Sedaka-composities op, waaronder Where The Boys Are, Frankie en Fallin      In die tijd verkochten ze hun songs ook aan Jerry Wexler van Atlantic Records, die ze doorspeelde aan artiesten als LaVern  Baker (I Waited Too Long) en Clyde McPhatter (Since You’ve Been Gone).  Neil Sedaka is een van de zeldzame blanke artiesten wiens songs gecoverd werden door zwarte Rhythm & Blues artiesten.

In 1958 speelde Neil in het Ester Manor Hotel, vlakbij Monticello in de staat New York, waar hij de 16-jarige Leba Strassberg ontmoette, dochter van de eigenaars Esther en Irving.  Neil vertelt dat hij wist dat hij met haar ging trouwen nog voor hij haar gesproken had!  En dat deed hij, in 1962.  Sinds de jaren '70 behartigde Leba vooral de zakelijke kant en was zij zijn manager. 

In 1958 kregen Neil Sedaka en Howard Greenfield een contract als songschrijvers bij de muziekuitgevers Al Nevins en Don Kirshner, die pas hun uitgeverij opgestart hadden als Aldon Music, 1650 Broadway in New York.  Deze uitgeverij was gevestigd in de Brill Building, ook wel Tin Pan Alley genoemd.  Menig talent was hier aanwezig: Neil Diamond, Carole King, Mort Shuman, Doc Pomus en Paul Simon, om er maar enkelen te noemen.  Tussen het schrijven door speelde Neil ook mee als session-muzikant, en zo kunnen we hem bijvoorbeeld horen op Dream Lover - en de flipzijde Bullmoose - van Bobby Darin.  Het was in die tijd de gewoonte dat de schrijvers ook demo's opnamen, die ze dan verkochten aan andere artiesten.  Vele van deze demo’s, die vaak klonken als afgewerkte amateuropnamen, zijn te beluisteren op de dubbele CD ‘LET THE GOOD TIMES IN’.

Platenproducent Steve Sholes, die Elvis Presley ontdekt had voor RCA, bezorgde Sedaka een platencontract bij RCA.  The Diary (1958) was Sedaka’s eerste singel voor RCA en werd in de States een top-20 hit.  Zijn volgende I Go Ape en Crying My Heart Out For You flopten zowaar, en RCA wilde Sedaka nog één kans gunnen.   Hij bestudeerde de hits die eind 1959 aan de top stonden en kwam tot het besluit dat ze een aantal dingen gemeen hadden.  Hij probeerde een lied te schrijven die al deze ingrediënten bevatte.  Geïnspireerd door een Braziliaanse componist, Villa Lobos, schreef Sedaka zijn Oh! Carol (1959), en het werd zijn eerste grote wereldhit.  Vanaf toen had hij de ene hit na de andere: Stairway To Heaven (1960), Calendar Girl (1960), Little Devil (1961), Happy Birthday Sweet Sixteen (1961), King Of Clowns (1962), Breaking Up Is Hard To Do (1962), Next Door To An Angel (1962),  Let’s Go Steady Again (1963) en Alice In Wonderland (1963).

In 1963, na de verkoop van ongeveer 40 miljoen platen, genoot Sedaka nog steeds van het internationale succes.  Maar door,  wat hij noemt de 'Britse Invasie', begon de interesse voor soloartiesten te tanen, de tijd van de popgroepen was aangebroken.  De platenverkoop van vrijwel alle soloartiesten zakte in elkaar, en Neil wist dat het met de populariteit gedaan was...  Er kwamen nog een aantal singels uit, maar Neil vond dat RCA zijn creativiteit beperkte doordat hij zowat verplicht werd de doo-wop-Sedaka-Sound verder te zetten...

Op het album CIRCULATE 1961 bewees hij met de Portugese uitvoering van A Felicidade dat hij vreemde talen kon zingen, en dat was een algemene noodzakelijkheid in the '60s.  Tussen 1963 en 1965 stuurde RCA hem daarom naar alle kanten van de wereld om munt te slaan uit zijn internationale succes en opnames in vreemde talen te maken van zijn Engelstalige hits: Spaans, Italiaans, Duits, Japans en Hebreeuws.   De elpees in het Spaans CANTA EN ESPANOL en MAS NEIL SEDAKA EN ESPANOL en het Italiaans NEIL SEDAKA ITALIANO, NEIL SEDAKA ITALIANO VOLUME 2 en SMILE zijn inmiddels fel begeerde collectoritems. 

In 1963 nam Sedaka twee heel ongebruikelijke elpees op. In Sao Paulo, Brazilië, nam hij een instrumentale plaat op met zijn grootste hits:  EL PIANISTA NEIL SEDAKA INTERPRETA A NEIL SEDAKA.  Een ander, fel begeerde collector item is MY YIDDISHE MOMME – NEIL SEDAKA AT CHEQUERS (1966), opgenomen in Sydney, Australië.  De liedjes werden gezongen in het Engels, Italiaans en Hebreeuws.  Deze elpee markeerde het einde van Neil's contract met RCA.  Beide albums zijn in 2003 terug uitgebracht door Bear Family Records, op een prestigieuze 8-delige CD box-set.

Vanaf 1966 taande de populariteit van Sedaka. Hij wilde voortaan bewijzen een vasthoudende artiest te zijn die kon bogen op zijn enorme ervaring en muzikale bekwaamheid.  Neil Sedaka en Howard Greenfield verlengden hun samenwerking met Don Kirshner als songschrijvers voor Screen Gems Columbia.  Het moet een frustrerende tijd geweest zijn voor een artiest die de hele wereld had afgereisd om zijn talenten te vertonen als top-act, om nu terug aan de piano te zitten in afgezonderde ruimtes en liedjes te schrijven…  Diverse artiesten namen echter zijn songs op:  Neil schreef en produceerde voor The Monkees When Love Comes Knocking At Your Door en The Girl I Left Behind.  Davy Jones had een hit met Rainy Jane.  Puppet Man werd een hit voor The Fifth Dimension en enkele jaren later nog eens voor Tom Jones .  Kirshner gebruikte Sedaka ook als een nederig session-muzikant: Neil ontving – naar het schijnt -  $32 om de keyboards te spelen op Sugar Sugar van The Archies in 1969.

Een van de landen waar Sedaka eind jaren ’60 nog een behoorlijk succes verwierf was Australië.   Deze populariteit, de inmenging van Screen Gems Columbia, samen met Neil's eeuwige creativiteit, leidde tot de opname van het hartverscheurende Star Crossed Lovers  in een kleine demo-studio in New York.   Het was tijdens een bezoek aan de Australische televisie dat hij deze song vertolkte en het werd meteen een hit: in januari 1969 verdrong  Star Crossed Lovers "Hey Jude" van de Beatles van de éérste plaats, goed voor een Australian Gold Record Award.  De plaat  werd in het Italiaans en zelfs in het Frans uitgebracht, maar flopte echter. De Franse versie is de meest zeldzame Sedaka-plaat aller tijden: Neil Sedaka heeft er zélf geen exemplaar van!  Het succes van Star Crossed Lovers leidde in 1969 tot een Australisch platenproject, WORKING ON A GROOVY THING.  Verschillende songs van de set werden geschreven in samenwerking met Carol Bayer Sager.  De plaat bevatte Sedaka's handelsmerk: de dubbele stemmen en een rijke unieke sound, gearrangeerd door John Farrar.

 

DE COME-BACK IN DE 70's

Na 1970 stond de singer-songwriter weer in de belangstelling.  Geïnspireerd door Carole King's Tapestry, waagde Neil Sedaka zich aan een come-back.

Hij vestigde zich in Londen, samen met zijn vrouw en twee kinderen.  Eén van de concerten in Engeland, een one-nighter in de Royal Albert Hall in London, markeerde de terugkeer van Neil Sedaka.  Er werden voor Kirshner Records twee albums opgenomen: EMERGENCE en SOLITAIRE, maar waren beiden van beperkt commercieel succes.  EMERGENGE kreeg in Engeland wel behoorlijk wat air-play, en met de titelsong I'm A Song (Sing Me), bevestigde Sedaka zijn come-back.

Van de tweede elpee, SOLITAIRE, opgenomen met de Britse popgroep 10 CC werd That's When The Music Takes Me een kleine hit in Engeland.  Het was één van de eerste hits waarvan Neil zowel de tekst als de melodie schreef.  Voor dit album werkte Sedaka met tekstschrijver Phil Cody.  Neil kreeg een contract met MGM en het volgende album THE TRA-LA DAYS ARE OVER werd opgenomen, eveneens met 10 CC.  De titel van het album bevestigde dat Sedaka een songschrijver van de 70's was en met Standing On The Inside, een autobiografisch nummer, vroeg hij - opnieuw - om terug geaccepteerd te worden. 

Voor de volgende albums werd beroep gedaan op muzikaal talent als Leland Sklar, Danny Kortchmar, Russ Kunkel, Dean Parks, Jim Horn, Chuck Findley.  In de Clover Recording Studios van Hollywood werd het album LAUGHTER IN THE RAIN opgenomen.  De titeltrack werd meteen een hit in Engeland.  Op een party in Mayfair, Londen, ontmoette Sedaka Elton John, die hem voorstelde zijn platen in de U.S.A. uit te brengen op Elton’s nieuwe label, Rocket Records.  Het eerste resultaat van deze samenwerking was ‘SEDAKA’S BACK’, een compilatiealbum (van de albums Solitaire, The Tra-La Days Are Over en Laughter In The Rain).   Het album bevestigde in de States dat Neil Sedaka inderdaad terug was.  Laughter In The Rain werd in 1974 een nummer 1 hit in de States, gevolgd door That’s When The Music Takes Me en The Immigrant, in 1975.

 

Neil Sedaka en Phil Cody

Het tweede album voor Rocket Records was THE HUNGRY YEARS (1975), waarvan Bad Blood  (met Elton John als background vocalist) een nummer 1 werd, gevolgd door Breaking Up Is Hard To Do, de ballad-versie, een top-10 hit.  Het was uniek dat een lied voor de tweede maal, maar dan in een andere versie,  een grote hit werd voor dezelfde artiest.  Richard Carpenter van de Carpenters arrangeerde het vioolarrangement.  In Europa werd het album uitgebracht als OVERNIGHT SUCCES (1975).

In 1976 werd Sedaka’s Love Will Keep Us Together door de Captain & Tenille gecoverd en verkocht meer dan 3 miljoen exemplaren.  Het was in 1976 de Record Of The Year in de U.S.A. en  Sedaka verdiende er een begeerde Grammy Award mee.  The Captain & Tenille hadden nog andere hits met Sedaka’s composities Lonely Night en You Never Done It Like That.  Vele andere artiesten hadden in the seventies hits met Sedaka’s composities: Solitaire was een hit in de States voor The Cartpenters, in Engeland voor Andy Williams.  Tony Christie had een million-seller met Is This The Way To Amarillo.

Zijn derde album voor Elton John’s label noemde STEPPIN’ OUT (1976), waarvan de titelsong (een duet met Elton John) en Love In The Shadows hits werden in de States.  In 1976 had Neil Sedaka zijn eigen TV-special ‘Neil Sedaka: Steppin’ Out’ voor NBC, met gastoptredens van onder meer Bette Midler.  Twee andere platen werden top-hits: Solitaire en The Hungry Years. 

In 1977 tekende Sedaka een contract met Elektra Records en werd zijn volgende album ‘A SONG’ geproduced door George Martin.  De elpee bevat onder meer de auteursversie van Tony Christies hit (Is This The Way To) Amarillo Later leverde hij nog voor Electra Records de albums ALL YOU NEED IS THE MUSIC (1978) en IN THE POCKET (1980).  Zijn laatste top-10 hit had Sedaka in 1980 met Should Have Never Let You Go in een duet met zijn dochter Dara.  Vervolgens maakte hij nog een album met zijn toenmalige band NOW (1981), geproduced door Dan Hartman.

De come-back van Neil Sedaka in de jaren ’70 werd door Billboard Magazine betiteld als de meest artistieke van dat decennium. In 1983 werd Neil Sedaka opgenomen in de Songwriters Hall Of Fame.  Hij heeft zijn ster op de befaamde Hollywood Walk of Fame, en er werd zelfs een straat naar hem genoemd in Brooklyn, New York.  Hij kreeg zijn plaats in het Madame Tussaud Wax Museum in Las Vegas.  Hij verdiende verschillende awards voor de meest gedraaide platen op radio en televisie.  Zo is bijvoorbeeld Breaking Up Is Hard To Do in de top-50 van meest gedraaide platen uit de twintigste eeuw.   Sinds de jaren ’80 reist Neil Sedaka de wereld af om zijn songs te promoten en doet hij vele live optredens in de States.  Ook in Engeland is hij een vaak gevraagde gast: tot op de dag van vandaag vult hij de Royal Festival Hall in Londen tot in de nok.   Het is opmerkelijk dat hij echter nooit een volledig concert gedaan heeft op het Europese continent.  In 1993 deed Neil Sedaka een optreden in het Antwerpse sportpaleis tijdens het Diamond Awards Festival en deed hij de affiche alle eer aan als Special Guest From America.

Neil Sedaka kan bogen op een klassieke opleiding.  De liefde voor klassieke muziek heeft hij op plaat gezet: met originele, romantische teksten op de melodieën van Beethoven, Chopin, Rachmaninoff en Tchaikovsky bracht hij in 1995 zijn album CLASSICALLY SEDAKA uit.  Een selectie van deze set brengt hij in de States ten gehoor met diverse symfonische orkesten zoals het Richmond Symphony, de Jacksonville Symphony, de National Symphony Orchestra, en de New York Pops in Carnegie Hall.  Zowel de commentaar in de pers als van het publiek is sindsdien buitengewoon.  CLASSICALLY SEDAKA werd in Europa een gouden plaat..  In 1998 maakt Sedaka een full-cd met een jazz trio, TALES OF LOVE, met de gekende jazz pianist Andy LaVerne.   

 

 

NEIL SEDAKA VANDAAG

Met een carrière van 5 decennia is Neil Sedaka nog steeds actief.
Hij schrijft nog steeds nieuwe songs, en doet nog vele optredens.

 

Neil Sedaka is sinds 1962 getrouwd met Leba Strassberg en heeft twee kinderen; dochter Dara heeft een carrière als zangeres en zingt commercials voor radio en televisie, zijn zoon Marc is een succesvol screenwriter in Los Angeles. Neil is sinds begin 2003 de fiere grootvader van een tweeling. 

In eigen beheer is er een CD verkrijgbaar,  THE SHOW GOES ON. 

Hedendaagse artiesten blijven zijn werken opnemen (o.a. Gloria Estefan en Sheryl Crowe).  In 2003 was Neil Sedaka te gast als jurylid in American Idol  en zongen de 5 finalisten een Sedaka-compositie.  In 2004 kent de muziek van Neil Sedaka een heropleving, vooral in de U.S.A., mede dankzij het gigantische succes van Clay Aiken met de Sedaka-compositie "Solitaire".

Neil Sedaka schreef ook een autobiografisch werk LAUGHTER IN THE RAIN – MY OWN STORY, uitgegeven bij Putnam Books. 

Verder deed hij ook nog optredens voor het American Cancer Society, de Alzheimer Association en andere liefdadigheidsinstellingen.    

Al deze ondernemingen zullen zonder twijfel een meerwaarde leveren aan zijn legende  – de legende van een volkomen muzikant,  een buitengewone zanger, en een tijdloze songschrijver.

Jozef Van Gorp, 2004

ISBN 0-399-12744-5

Uitgegeven bij:

G.P. PUTNAM'S SONS

200 Madison Avenue

New York, NY 10016

 

 

 

<< Home